Mijn vader heeft een levenslange hobby: stamboomonderzoek. Zolang ik me kan herinneren is hij op zoek naar gegevens, bijvoorbeeld te vinden op begraafplaatsen. “Op zoek naar dooie Lautenbach’s” noemen wij dat in ons gezin. Maar vindt hij altijd een Lautenbach?
Een dagje op stap
Een vriend van mijn vader heeft een auto gekocht. Hij stelt voor om een keer de provincie in te trekken, zodat mijn vader op diverse plekken foto’s kan maken van grafstenen. Op plaatsen die voor ons op de fiets meestal net te ver weg zijn. Mijn vader vraagt aan mij en mijn broertje of we zin hebben om mee te gaan. Natuurlijk!
Zo rijden we door het Groninger land en door schilderachtige dorpjes die wij nauwelijks kennen. We stoppen ergens buiten een dorp, voor mijn gevoel midden tussen de weilanden. In de hoek van de weg ligt een begraafplaats met een grote boom in het midden. Daarnaast een steen waar mijn vader een foto van maakt. Het interesseert ons als 10-11 jarigen niet zo. Maar we hebben een fantastische dag!
Het verhaal achter de steen
Later begin ik interesse te krijgen in die stamboom. Zo vertelt mijn vader het verhaal van het overlijden van zijn overgrootmoeder Jantje. Het is één van de verhalen van zijn moeder die hem inspireerden om met stamboomonderzoek te beginnen. Hij heeft het als volgt opgeschreven:
Jantje Hollander is als eerste begraven op de begraafplaats te Feerwerd en heeft een zerk van de gemeente gekregen. Het verhaal doet de ronde: een rijke boerin lag op sterven en zij zou dan wel de zerk van de gemeenste krijgen. Jantje zou gezegd hebben: "die goat natuurlijk weer naor de rieke stinkers!", maar ze is zelf plotseling overleden en dus kreeg zij de zerk. De boerin zou op het eigen erf begraven zijn.
Later onderzoek maakt het verhaal duidelijker. Op 23 augustus 1873 overlijdt Izebrand Jans de Boer, bakker / caféhouder. Hij is nog maar 29 jaar, getrouwd en vader van twee kinderen. Het gezin woont bij zijn ouders op de boerderij net buiten Feerwerd. Hij zal als eerste begraven worden en de grafzerk krijgen.
Het lot beslist anders. Jantje wordt ziek en overlijdt op 26 augustus 1873 aan cholera. Vanwege die besmettelijke ziekte moet ze zo snel mogelijk begraven worden. Zo wordt zij de eerste op deze begraafplaats en krijgt de grafzerk van de gemeente. Op de zerk staat de volgende tekst:
Als eerste op deze begraafplaats begraven
JANTJE HOLLANDER
geb. den 12 Oct. 1808
overl. den 26 Aug. 1873
Dit is de steen die mijn vader fotografeert op de begraafplaats met die grote boom in het midden. Geen “dooie Lautenbach”, maar iemand uit de familie van mijn oma. Saillant detail: de geboortedatum op de grafzerk klopt niet. Zowel in de doop- als huwelijksakte van Jantje staat 24 september 1807.
Overigens is ook Izebrand de Boer te vinden op de begraafplaats in Feerwerd: hij is later bijgezet in het familiegraf.
Een grafsteen op het erf
Zou dat verhaal van dat graf op het eigen erf kloppen? Of is dat een gerucht? Mijn vader hoort het verhaal ook rond 1962 van Garnwerders op de begraafplaats daar.
Dan zendt TV Noord op 8 februari 2006 de eerste aflevering uit van De onderste steen, een televisieprogramma over bijzondere gebouwen in de provincie Groningen. Het gaat over het perceel Oosterweg 64 Feerwerd, een boerderij even buiten het dorp. In de tuin hebben de bewoners een grafzerk aangetroffen, in twee stukken gebroken. Op deze steen staat de volgende tekst:
Rustplaats van
Izebrand Jans de Boer
geboren 2 januari 1846
overleden 23 augustus 1873
echtgenoot van Saaktje Tiessens
nalatende 2 kinderen
Zij vertellen dat de familie zo ontdaan was dat hij niet als eerste op de nieuwe begraafplaats werd begraven dat hij waarschijnlijk op eigen erf begraven is. Mijn vader ziet het programma, herkent het verhaal en neemt contact op met TV Noord. Het verhaal van zijn moeder klopt!
Geen Hollander maar Willems
Het verhaal is hiermee nog niet af. Op de steen staat Jantje Hollander, maar zo heette ze niet. Ze is op 15 november 1807 gedoopt als Jantje Willems, dochter van Anneke Jans en een onbekende vader. Haar moeder trouwt in 1810 met Jan Hendriks, die in 1812 de naam Hollander aanneemt. Hun dochter wordt daarbij vermeld als Aafke Jans Hollander. Jantje wordt niet genoemd.
Ze trouwt als Jantje Willems met Sietse Wever en ze krijgen drie dochters. Als Sietse overlijdt wordt de aangifte volgens het gebruik gedaan door de buren. Zij melden dat de vrouw van Sietse Jantje Jans Hollander heet en dat komt in de akte terecht.
De dochters worden volwassen en trouwen. Ze moeten dan een extract van hun geboorteakte en de overlijdensakte van hun vader leveren. Iedere dochter verklaart bij haar huwelijk onder ede in tegenwoordigheid van hun moeder dat die Jantje Willems heet en dat de vermelding in de overlijdensakte van hun vader een vergissing is. Jantje ondertekent de huwelijksaktes niet, omdat ze verklaart niet te kunnen schrijven omdat ze dat nooit heeft geleerd.
Het overlijden van Jantje Willems in 1873 wordt weer aangegeven door de buren en die kennen haar blijkbaar onder de naam Hollander. Zodoende staat zowel in de akte als op de grafzerk de foute naam Jantje Hollander.
En nu?
Oude graven zijn meestal voor onbepaalde tijd, ze worden niet geruimd en er hoeft niet meer voor betaald te worden. De eigenaar van de begraafplaats is verder verantwoordelijk, ook financieel. Een aantal jaren geleden is bepaald dat de eigenaar na 20 jaar onderhoud aan haar verplichtingen heeft voldaan. Daarna mogen graven voor onbepaalde tijd geruimd worden.
De gemeente Westerkwartier probeert nu rechthebbenden te vinden die de kosten van onderhoud op zich kunnen en willen nemen. Als dat niet lukt zal er op enig moment geruimd worden. Maar de gemeente heeft oog voor de historie. Er zal een lijst opgesteld worden van te behouden graven. Dat is mooi.
Volgens mij hoort de grafzerk van Jantje Willems behouden te blijven. En natuurlijk ook die van de eerste graven met een zerk van de gemeente in Garnwerd en Ezinge, want die zijn er ook nog!